Wat moet er ingevuld worden op het werkloosheidsbewijs C4?

Op het einde van de tewerkstelling is de werkgever verplicht om een werkloosheidsbewijs C4 aan de
werknemer te bezorgen. Op dit document moet ook de ‘juiste oorzaak werkloosheid’ worden
ingevuld. Meer dan eens wordt daar tegen gezondigd.

Niet zelden zal een werkgever onterecht ‘reorganisatie’ of ‘herstructurering’ invullen, een vlag die
vele ladingen kan dekken, terwijl er helemaal geen sprake van is.

Meer dan ooit kan de werkgever verplicht worden om het ontslag te motiveren. De werknemer heeft
immers het recht om te weten welke de werkelijke ontslagmotieven waren. Daarvoor kan de
werknemer in toepassing van CAO 109 aan de werkgever een aangetekende brief richten binnen de
twee maanden na het effectieve einde van zijn arbeidsovereenkomst.

Vaak werd op dat ogenblik reeds een C4 bezorgd aan de werknemer. Indicatief voor het ontslag is
dan de reeds ingevulde ‘juiste oorzaak werkloosheid’ met de passe partout reden. ‘Indicatief’, want
het C4 is niet bedoeld voor de werknemer maar wel voor de RVA (de Rijksdienst voor
Arbeidsvoorziening) die moet nagaan of de oorzaak van de werkloosheid te zoeken is bij de foutieve
houding van de werknemer of niet. Daardoor kan men bepalen of er recht is op een uitkering of niet.

Met andere woorden het C4 is geen motivering naar de werknemer toe maar wel naar de Rijksdienst.
Nochtans kan een werknemer zich hierop beroepen om te stellen dat de motivering in die richting
moet gezocht worden. De werkgever kan zich dus maar best bezinnen vooraleer hij lukraak een
reden als juiste oorzaak werkloosheid invult Immers, misschien zal hij naderhand nog gevraagd door
de werknemer om het ontslag te motiveren. Indien men dan een grote bocht moet inzetten dan
loopt men het risico dat het ontslag als ‘kennelijk en onredelijk’ zal worden beschouwd en dat
betekent bijkomende schadevergoeding van maximaal 17 weken.